Vandaag gepost op Hetkanwel.net “Plakkies“
Zielig
Met samengeknepen ogen van concentratie kijk ik naar de pen die voor mij op de tafel ligt. Met mijn opgestoken rechterhand tracht ik de pen met mijn gedachten zover te krijgen dat hij uit zichzelf naar mij toe rolt. Maar er gebeurt niks. Shit.
Ik ben van de fiets gevallen op mijn hoofd en terwijl ik met een ijszak op mijn brein op de bank zit, schiet mij ineens de meest briljante gedachte ooit binnen. Wat als ik nu een superheld ben? Ik bedoel afgezien van Superman, worden de meeste superhelden niet zo geboren. Ze worden super, door een superongeluk. En dat van mij was op zijn minst mini-super te noemen.
Hoe vet zou het zijn als ik superpowers had! Maar ja, hoe kom je daar achter?
Tijd om dit te onderzoeken! Een ding was al duidelijk: Telepathie zat er dus niet in.
En dat ik niet magnetisch was geworden was ik ook al snel achter. Misschien kon ik dan het weer bepalen? Vlug, het balkon op! Maar na 5 minuten tevergeefs “schijn zon! SCHIJN!” te hebben geroepen voorzien van, in mijn (rollende) ogen, zeer magische bewegingen met mijn armen, gebeurde er niks. Dat was het dus ook niet.
Misschien kon ik van gedaante veranderen of werd ik een groen boos monster als ik kwaad werd?
Na stampvoetend voor mijn vriend te hebben gestaan, (je bent toch altijd een groen, boos monster als je kwaad bent?), gaf ik het bijna op.
In een laatste poging kies ik twee getallen uit en probeer deze razendsnel op te tellen, misschien was ik dan van mijn dyscalculie af? Ben ik nu ineens hyperintelligent?
Maar na met veel moeite 91 plus 23 te hebben opgeteld en uit frustratie een rekenmachine te hebben gepakt (nog geprobeerd om hem met mijn brein aan te zetten, maar nee). Geef ik het op. No superpowers for me.
Heb ik dan niks bijzonders overgehouden aan mijn val? Was al die angst en pijn dan voor niets?! Was het dan gewoon pure dommigheid? Terwijl ik mijzelf teleurgesteld en dramatisch op bed werp komt mijn vriend de kamer op met thee, chocola en een dekentje.
Aha! Ik heb dus toch iets overgehouden aan deze val: ik ben zielig.
Vibreren voor een betere wereld
Vandaag gepost op Hetkanwel.net: Vibreren voor een betere wereld
Boy-friends
Toen je in de zandbak zat was het leven zo simpel, jongens waren stom en een vriendschap was uitgesloten. Laat staan dat je ooit zo’n wezen zou kussen of je leven met hem zou delen.
Naarmate je ouder wordt, word het anders . Zo rond je 8e hang je in de bomen met ze, rond je 16e kus je in bomen met ze. En als je 27 bent trouw je met eentje. Het verwondert mij nog steeds trouwens dat een kleine jongen later een meisje kiest als het belangrijkste in zijn leven en niet zijn voetbal.
Relaties kunnen ingewikkeld zijn. Maar nog ingewikkelder is een vriendschap met een man. Je kunt een man ontmoeten waar je het enorm goed mee kunt vinden, zonder dat er ooit sprake is van fysieke aantrekkingskracht. Maar ergens gaat het wringen.
Ineens gaan er onuitgesproken regels meespelen. Je krijgt het met de paplepel ingegoten, een “jongetje” dat jou veel aandacht geeft vind je mooi, lief en leuk. Eerst door aan je haren te trekken, later streelt hij erdoor. Nog gevaarlijker word het als een man seksueel getinte opmerkingen of grapjes maakt, als vrouw behoor je dan direct op je hoedde te zijn. Ergens in de maatschappij is bepaald dat vrouwen onderling over seks mogen praten maar niet met iemand van het andere geslacht dan met eigen partner. Dat wordt dan ineens beschouwd als ambigue.
Ik ben dat een beetje zat.
Waarom mogen alleen van die coole, androgyne, skateboardmeisjes boy-friends hebben?
Ik pleit voor meer boy-friends! Voor elk meisje op deze planeet een man die niet de hare is en nooit de hare zal zijn. Een ongeschoren, stoere, testosteronman.
Knap, lelijk, dik, dun, surfdude of een nerd. Als hij maar humor heeft, je een nuchtere kijk op je eigen man kan schenken en vooral véél seksueel getinte grapjes maakt.
Want er is niets beters voor je vrouwelijkheid dan een andere man die stoer en mans genoeg is zijn vriendschap aan jou te schenken en thuis het allermooiste meisje van de hele zandbak heeft zitten waar hij zielsveel van houdt.
Hou je kleren aan!
Vandaag gepost op www.hetkanwel.net: Hou je kleren aan
Poets met mate
Verschrikt kijkt mijn vriend mij aan. “Wat ga je doen?!”. Het is zaterdagochtend, half elf, een tijdstip waarop ik normaliter nog in mijn bed lig maar vandaag sleep ik met een emmer sop en spons door het huis. Terwijl ik alles begin op te tillen wat om hem heen staat bekruipt hem een gevoel van paniek: dit heeft zij nog niet eerder gedaan.
Bezorgt vraagt hij of het wel goed gaat. Trust me, never been better.
Sinds kort heb ik het heft in eigen handen genomen en zijn er een aantal drastische veranderingen geweest. Mijn sloffen staan ineens doelloos naast het bed, ik bewandel mijn pad tegenwoordig op blote voeten. En dat is niet het enige, na 3 dagen tilde mijn vriend nog eens de dekens op, opzoek naar de schijnbaar afwezige pyjama “maar…maar…is dit je nieuwe ik?”. Na wat instemmend geknor van mijn kant, hoorde ik hem heel diep zuchten en zich tevreden tegen mij aan vleien tussen de kraakheldere lakens. En dan komen we uit bij puntje 3. Kraakhelder is mijn nieuwe motto.
Alles. Moet. Schoon. Het was een tip van een collega die mij tot poetswaanzin dreef, toen ik het even niet meer zag zitten. Niet lekker in je vel? Doe aardse dingen! Poets die pot, dweil die vloer, verschoon dat bed, lap je ramen en stof tot de Ajax Eucalyptus Alles Reiniger uit je poriën komt.
Wie had ooit gedacht dat het zover zou komen? Ik in elk geval niet en ik denk dat mijn vriend inmiddels de hoop ook al had opgegeven. Ik was mevrouw-poets-niet, een beetje té geëmancipeerd… Met als gevolg dat mijn zelfrespect stukje bij beetje afbrokkelde, want wie wel bedenkt dat er gepoetst moet worden maar steeds faalt in de uitvoering ervan, bouwt een enorm schuldgevoel op als de ander weer de planten staat af te stoffen… Het werd tijd om het ruime sop te kiezen!
Nadat ik mijn wekelijkse zondagse dweilbeurt had gedaan en in kleermakerszit vanaf de bank de glimmende natte houten vloer bewonderde, in afwachting dat hij droog werd. Ging ik poetsend met mijn hoofd (nee, niet poetsend mét mijn hoofd) zo’n beetje in de toiletpot hangend, tevreden liedjes neuriën.
Na luttele minuten te hebben gepoetst en geneuried, viel ik stil.
Ik neuriede wat verder en kwam toen met een ruk omhoog. What the F? Sinds wanneer is “er is een kindekke geboren geboren in ’t stro” toegevoegd aan mijn poets-neurie-repertoire?
Dus hierbij een passende waarschuwing voor alle zichzelf niet respecterende vrouwen die poetsen overwegen als een remedie: Gebruik poetsen met mate. Voor de bijwerkingen: raadpleeg bijsluiter.
3 keer is scheepsrecht…
Arggg, stapje voor stapje kom ik dichter bij de Viva Webstrijd finale. Werd ik er vorig jaar niet eens uitgepikt, dit jaar zat ik bij de laatste 30, en volgend jaar win ik!
Want mijn Viva avontuur is zojuist gestrand… het levert mij (nog) geen eeuwige roem op maar wel allemaal nieuwe lezers en dus…welkom!
Zicht op hoop vanwege een gevoel van verlangen
Vandaag gepost op www.hetkanwel.net: Zicht op hoop vanwege een gevoel van verlangen
Veren in je reet
Een meisje dat bij mij op school zat heeft een boek geschreven. Ik kwam erachter toen ik samen met mijn beste vriendin een tweedehands winkel aan het omscheppen was. We liepen ineens tegen een poster aan, met haar gezicht erop.
Mijn eerste reactie was lovend: wat leuk voor haar! Maar thuis ging het knagen. Was zij niet dat knappe meisje dat ook de hoofdrol speelde in elk schooltoneelstuk? Dat zo prachtig mooi kon zingen? En tekenen. En grappig was én er vandoor ging met de knappe hoofdrolspeler? Mijn tekenleraar om haar vingers wond?
Was niet dat meisje dat alles kon? En nu… had ze ook al een boek geschreven.
Welja! Doe maar ruig, hou je vooral niet in. Als je alles al kunt, waarom dan niet aan de wereld tonen dat je nog meer kunt?
Ik had er de pest in. Mijn vriend opperde nog dat ik zelf toch ook een boek kon gaan schrijven, maar “nu hoeft het al niet meer. Ik ga lekker toch iets veel coolers doen”.
Ik heb al meerdere malen op Bol.com naar het boek gestaard, de recensies gelezen (het zijn er maar twee, gna-gna) en bij de boekhandel gevraagd of ze dat boek hadden – om vervolgens de neiging te onderdrukken om á la Jantjes “stom hè?” te roepen- en te melden dat ik dat dan weleens zou komen bestellen. Not.
Later kwam ik er ook nog achter dat dit niet haar eerste boek was. Mijn stiekeme droom, schrijfster worden, had zij al bereikt! Al jaren eerder dan ik! Ze was alweer de beste…
Verstijfd als ik was in mijn ongeloof, een writersblock dreigde, trachtte diezelfde beste vriendin door middel van een nieuw uitstapje in een boekwinkel, het schrijversvuur in mij weer aan te wakkeren.
Ik stond in een ultieme wanhoopsdaad bij de kassa met “punniken voor dummies”, toen we haar plotsklaps in het wild tussen de boeken, háár boeken, spotten.
Ze streek over de kaft en keek hoopvol om zich heen, alsof iemand haar zou herkennen.
Terwijl wij tussen de Nigella Lawson’s en Karin Slaughter’s indoken om haar van een veilige afstand te kunnen bespieden, draaide zij zich om.
En daar (horreur!) tussen de boeken, slaakten wij een hoge kreet. Want deze dame had mij toch een reet gekregen dames en heren. Eentje waar je U tegen zegt.
Ze was dan misschien wel “schrijfster” en lag bij de Scheltema, ze had dan wel een eigen site en hing met posters door de stad.
Maar wie alsmaar maar veren in haar reet steekt heeft ruimte nodig mensen…
In the end, the dumb ones always rule…
Slechts na enkele minuten kom ik erachter dat ik dat toch echt hardop zei. En mocht ik nog twijfelen, de man die naast mij fietst, kijkt zo verschrikt dat het bevestigend is: ik heb zojuist hardop ge-“muhahaha”-t terwijl ik enthousiast met beide handen op mijn stuur sloeg.
Thuis had ik het ook al gedaan, minutenlang in de keuken en daarna heb ik de Boom chaka-laka-laka gedanst, woest draaiend met mijn kont. Een soort indianen overwinningsdans. Ik ben echt heel, heel blij!
Want na drie keer zakken was ik wanhopig. Ik had theorielessen gehad, ik kon alles opratelen, ik droomde zelfs over verkeersregels en toch bleef ik zakken.
Ik voelde mij dom-de-dom-dom… Drie keer is scheepsrecht ging ook al niet voor mij op dus ik ging voor “Vierde keer moet ik echt halen anders is er niks meer van mijn zelfvertrouwen over”.
Voor mijn gevoel viel er niks meer te leren, ik was overgeleverd aan de genade van de CBR-goden. Maar je wilt niet zakken door je eigen dommigheid dus leerde ik mijzelf voor de zoveelste keer suf en liet mij door alles en iedereen overhoren.
Tijdens zakelijke besprekingen overvielen collega’s mij “Sarah, kun je daar nog een module plaatsen… en hoe hard mag je op de autosnelweg?”.
Mijn lunch werd dagelijks verstopt en kreeg ik pas terug na het beantwoorden van verschillende quizvragen.
Bij thuiskomst ging mijn vriend mij te lijf die zich als een ware Cato verstopt had in ons appartement “Zijn mistlichten voor verpliiiiiicht, Aaaaiiiii????!!!”.
‘s Nachts haalde hij mij uit bed, zette mij onder een koude douche en riep, drill-instructor waardig, “zit er in een glas bier meer alcohol dan in een glas jenever?!” Waarna ik, fout geantwoord, push-ups moest doen op het balkon in de regen.
(Schat, dat machtsvertoon gedoe moeten we eens in de slaapkamer proberen)
Vandaag was het dan zover, op bed trof ik de kat aan met een bordje om haar nek “Mag je gaan rijden als je geen gevarendriehoek hebt?”. In mijn koffiemok hing een post-it “Wat heeft geen invloed op het waarnemingsvermogen?” (een post-it in je koffiemok). En terwijl ik de voordeur achter mij dichttrok vroeg de buurvrouw of ik klimmend of dalend verkeer voorrang moest geven. Mijn haar zat zwoel, mijn decolleté was diep en mijn onschuld heel groot.
Gelukkig had het geen effect op de examinatrice, maar wel op mijn theorie: Geslaagd met vlag en wimpel.
So you see, in the end the dumb ones always rule…