It’s a kind of magic

It’s a kind of magic

Vriendin M. krijgt het spontaan benauwd en schuift haar stoel bij mij vandaan. “Wát doe je?” ik leg het nog een keertje uit. Het angstzweet parelt nog net niet op haar voorhoofd, “ga je dan ook ’s nachts in je blootje in van die kringen in de bossen dansen?”.

Terwijl de mannen in dit gesprek spontaan opleven (bloot? wie? waar?) moet ik lachen. Of zuchten. Of eigenlijk allebei. Er bestaan zoveel vooroordelen over heksen. Zelfs het woord heeft een negatieve klank. Ben ik een heks, nee. Nog niet. Wil ik er een zijn? Hell yeah!

Al van kleins af aan ben ik geïnteresseerd in elven, kabouters, spoken, geesten en heksen. Ik smeerde, samen met mijn beste vriendinnetje, een mengsel van Pindakaas en Dreft op onze armen om zo van mijn hoogslaper af te springen, wild wapperend met onze armen. Fee worden was onze grootste droom.

Maar ergens zo tussen je 8e en 16e jaar is het ineens not done om je bezig te houden met dit soort hersenspinsels. Je bent dan een freak, een nerd of (mijn favoriet) een weirdo. Geen enkel kind, afgezien van wat diehards, wil een weirdo zijn. Zo ook ik niet. Dus liet ik mijn fantastische aanleg voor toverbrouwsels, die niks anders dan een jeukende vlucht naar de huisarts veroorzaakten, voor wat het was en deed de “gewone” dingen des levens. Jongens uitlachen, jongens pesten, jongens aan het huilen maken…

Tot ik iemand ontmoette die met tekeningen van oogpotlood op haar wangen naar school ging, pentagrammen droeg en aan telekinese deed. Niet dat het haar ooit lukte om iets anders te doen zweven dan de propjes die we samen door de klas gooiden. En haar Tarotkaarten voorspelden met enige regelmaat groot onheil in de les (“was er een toets???”). Maar toch, naar mate bij haar de interesse wegvloeide, groeide hij bij mij.

Nu, 10 jaar later is het zo klaar als een klontje. Na een vakantie vol inzichten kocht ik bij thuiskomst een pakje Tarotkaarten en een nog groter pak boeken.

Mijn omgeving reageerde in eerste instantie laconiek; of ik ook kon zien of hun modem kapot was of dat het aan de provider lag? En had ik dat huwelijksaanzoek niet zien aankomen in mijn glazen bol dan? Die pukkel op mijn neus: was dat echt wel een pukkel? En groeide die niet al wat krommer? Ik mocht geen bezemsteel meer aanraken (mooi, ik hou toch al niet van schoonmaken).

Als ik ook maar iets te enthousiast met mijn handen gebaarden doken er direct een aantal collega’s van hun stoel (“was dat een bezwering?”), en zinnen met “ik voel aan mijn water dat…” kon ik maar beter niet meer gebruiken.

Vriendin M. keek mij nog steeds aan, “ik ben bang voor heksen. Als ik ze al met Carnaval tegenkom, sta ik niet meer voor mijzelf in”.

Maar ik ben geen heks. Ik ben een meisje dat de mensen om haar heen probeert te helpen door middel van een eeuwenoud mystiek kaartenspel, een meisje dat nog steeds dezelfde dromen heeft als toen ze 6 jaar oud was.

Dit meisje moet fantasieën hebben in tijden waar de financiële crisis het nieuws domineert, terwijl er miljoenen mensen sterven van de honger.
In deze wereld, die materialistisch is en waarin de betekenis van liefde en zorgen voor anderen vergeten is, is een beetje magie meer dan welkom.

Het is niet eerlijk!

Het is niet eerlijk!

Het is niet eerlijk, die 16-jarige (binnenshuis) gemutste snotaap naast mij heeft zijn auto-theorie zojuist wél gehaald en ik, 26-jaar en 9 weken braaf leren, niet.

Maar bij binnenkomst was het al duidelijk: ik hoor hier niet tussen. Papa’s en mama’s zijn opgetrommeld om de handjes vast te houden van deze uit de kluiten gewassen kleuters, die ervan dromen om “met mijn vette Impreza over de highway te scheuuuuren”. Mr. Muts naast mij schept op, “mijn scooter rijbewijs had ik in 1x, dus deze zal ik ook wel in 1x halen. Ik ben gewoon ggggoed. Had vorige week maandag mijn eerste rijles en mag volgende maand al op. Komt zeker omdat ik al eerder in een vette vrachtwagen gereden heb…”

En deze rammelende hormonenbakken moeten binnenkort de weg op? Achter mij zit een wijsneusje haar kennis loud&clear te verkondigen: “Je krijgt pas rijontzegging als je 3x gepakt bent met alcohol op achter het stuur. Dus ik zorg ervoor dat ze mij maar 2 keer pakken hè?”. Oh lord! Hier is 80% een potentieel gevaar op de weg!

Als we de examenruimte verlaten, vliegen Mr. Muts en Ms. Wijsneus hun mama’s in de armen, in één keer geslaagd! Terwijl ik omver gelopen word door een woeste blondine wier gebral ik niet ongecensureerd op papier zou kunnen zetten, loop ik enigszins teleurgesteld naar mijn jas. Gezakt…

Where did this go wrong? Het kwartje valt als ik een stel zo innig zie knuffelen, dat je zou denken dat de knul terugkomt van een missie in Irak.

Had ik dan ook…?

Met één sms’je is het geregeld: Mamaaaaaaaaaaa, jij moet de volgende keer ook mee om mijn klamme handje vast te houden…

State the nature of your medical emergency?

State the nature of your medical emergency?

Trillend sta ik naast de auto, ik heb zojuist in volle vaart mijn fiets 180 graden gedraaid omdat ik er toevallig een blik in had geworpen.

Achter het stuur van de auto zat een blonde jongen van mijn leeftijd, zijn hoofd rustte op zijn borst en zijn ogen waren dicht. Hoe kan het, dat op een drukke weg als deze, vlakbij een hogeschool, nog niemand deze bewusteloze jongen heeft opgemerkt?

Mijn gedachten razen door mijn hoofd, buitenlands nummerplaat, bewusteloos…de motor van de auto draait nog. Rookt de auto? Zijn er beschadigingen zichtbaar? Is er een gevaar voor mij? De jongen zag er van buitenaf niet gewond uit.

112! Vlug ren ik terug naar mijn rugtas die naast mijn fiets ligt, waarvan de wielen nog spinnen. Ik ruk mijn telefoon er uit, druk 112 maar ineens zie ik flashbacks van Rescue 911 “State the nature of your medical emergency? Is the person still breathing? Can he talk?“. Shit! Ik moet weten hoe die jongen er aan toe is! Paniekerig ren ik naar de auto, weet ik nog hoe ik een slachtoffer stabiliseer?
Op het moment dat ik mijn hand op de deurhendel leg kijkt de jongen mij plotsklaps geërgerd aan en gaat doodleuk weer verder met sms’en.
Verstijfd staar ik naar de jongen, en vervolgens naar drie 16-jarigen die mij lichtelijk geamuseerd aan het bekijken zijn.

Ik heb 3 opties, of ik leg die jongen in de auto uit dat ik bijna een ambulance had gebeld – “haha grappig hé? Uhmuhm…”- .
Of ik zórg er persoonlijk voor dat meneer-ik-ga-in-heel-relaxte-houding-smsen-met-mijn-nog-draaiende-auto-langs-de-kant-van-de-weg –zodat-sarah-denkt-dat-ik-bewusteloos-ben een ambulance nódig heeft (en die optie is héél verleidelijk).
Óf ik stap weer op de fiets en doe alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat ik met gevaar voor eigen leven mezelf en fiets in de berm werp, rond een auto ga rennen met mijn handen (en mobiel) in het haar om een persoon te redden van…zijn eigen mobiel?

Bridezilla

Bridezilla

Wist je dat je een speciaal wegwerp boeket kunt laten maken zodat je het “weg kunt werpen”naar ongetrouwde vriendinnetjes en je jouw eigen originele bruidsboeket kunt bewaren? Wist je dat je moet denken aan een tafelindeling? Naast uitnodigingen “save-the-date” kaartjes kunt sturen waar je alvast aangeeft aan je gasten dat ze de datum vrij moeten houden? Wist je dat je speciale lingerie aan moet onder zo’n jurk? Dat er regels zijn over hoe een ongetrouwd en getrouwd stel naast elkaar moeten lopen?

Sinds hét aanzoek op kerstavond, staand in het halletje van ons appartement tussen de schoenen en de jassen, vult mijn hoofd zich met dit soort rare feitjes. Zodra je een trouwblad openslaat – want uiteraard ben ik de dag erna met klepperende hakjes de kiosk binnen gestormd om een dergelijk droomblaadje mee te grissen (ok, twee droomblaadjes)- lees je waarschuwing nr.1: laat je niet gek maken.

De blaadjes steken de hand in eigen boezem want dat is precies wat er gebeurt. Halverwege het blaadje ben je veranderd van een fris, relaxed soon-to-be-bruidje naar een bridezilla. Je budget voor de jurk – wat zeg ik, dat van het hele evenement!- is vervijfvoudigd, na het zien van al die romantische, prachtig slanke fotomodellen in de meest mooie poses, jurken en locaties.

Ringen die een fortuin kosten, dure etentjes, kastelen, bandjes, bedankjes en “give-aways” verpesten mijn gedachten. Uit mijn mond rollen alleen nog zinnen als “wij moeten, ik wil, ik vind dat wij, wij gaan dat niet doen, jij moet…”.
Little miss self-centered bridezilla heeft nog maar een enkel gespreksonderwerp: trouwen, de jurk, de dag, het feest…

Riep ik voor het lezen van het blaadje dat ik de mazzel had niet te hoeven diëten om in de jurk te passen, eenmaal op de sportschool vind ik mijn bovenarmen toch echt niet slank genoeg.
Na alle horrorfoto’s van te dikke bruidjes in te kleine jurken, staar ik vol afschuw in de spiegel naar mijn bovenarmen (worden ze nou acuut dikker?).
Ik wil niet als een rollade naar het altaar en later verschrikt op de foto’s constateren dat mijn dikke bovenarmen het zicht op mijn bruidegom ontnemen tijdens onze openingsdans.

Nog zoiets: de openingsdans. Word zo overschat!
“Neem dansles!” schreeuwen de bladen je tegemoet. Maar de top 10 openingsdansliedjes is gevuld met zoetsappige zoetsappigheid “can you feel the love tonight” “micheal bublé” en mariah’s “can’t liiiiiiiiiiiife without you”. Waarvoor is dansles dan nodig? Een baviaan kan hier nog mooi op dansen!
En wat is er mis met “ This Sex is on fire” van The Kings of Leon? Lenny Kravitz? For god’s sake, zelfs K3 heeft leukere liedjes dan deze top 10!

Maar vannacht was echt de druppel! Na eindeloos dromen over het niet vinden van de ideale trouwjurk, ben ik het zat. Dit gaat te ver!
Geen bruidsmeisjes in dezelfde kleur jurk als mijn bruidsboeket. Hell! Ik hoef niet eens een bruidsboeket, beetje slepen met wat verlepte bloemen die op mijn prachtige, in “goedkoopheid” uitblinkende, trouwjurk gaan lekken. Geen fingerfood, geen workshop salsa voor mijn gasten…

Ik bel mijn aanstaande op “dat met die olifanten gaan we niet doen…”. Uhm, ik bedoel, “zullen we dat niet doen?”.

Santa

Santa

“Ik mag dat niet van mijn vader” zegt het meisje tegen haar arts. De arts kijkt verbaast de vader aan, deze bevestigt. “Nee, wij doen alléén aan Sinterklaas. Dat is een Nederlands feest, een traditie die we in ere moeten houden. Ik wíl geen Kerst vieren. Ik heb niks met de Kerstman, laat die maar over aan die Duiters en Amerikanen.”

Die Duiters en Amerikanen? Ten eerste moet deze man echt minder drinken tijdens Weekend Millionairs, want als hij had opgelet dan wist hij dat de Kerstman een Fin is. Ten tweede moet deze man dit soort dingen niet in mijn buurt zeggen want ik ben een groter fan van de Kerstman dan van de Sint, en ten derde, “Ík wil geen Kerst vieren”???

Dit riekt naar een typisch gevalletje van “doktermans, hier kan ik nog wel de vent uithangen, thuis heeft mijn vrouw de broek aan” en ik zeg: Amen.
Bij deze man is het een zaak van nationale veiligheid dat zijn vrouw de broek aan heeft. Als wij deze man alleen laten wonen wordt hij wereldvreemd, asociaal en eenzaam. Heel eenzaam. Zo eenzaam dat hij zijn sokken als soulmates gaat beschouwen, dat de kip in zijn koelkast zijn voetbalmaatje wordt en hij een plastik palmboom in huis haalt om het wat gezelliger te maken.

Dit is het soort man, dat op het werk het hoogste woord heeft, andere mensen afkaffert terwijl hij zelf nog een keer Patience opstart. Het soort man dat voor de verjaardag van zijn collega haar meest oncharmante foto door het hele gebouw hangt, en met dito taart aan komt zetten, áls hij daar al aan denkt. Een man die in een café na een paar biertjes de terreur van elke vrouw wordt.

En juist deze man komt na een werkdag thuis omdat zijn vrouw hem dat geboden heeft, deze man eet geen vlees-aardappelen-jus maar een thaise wokmaaltijd omdat zijn vrouw dat wilt, deze man laat de cavia’s van zijn dochter door het huis scharrelen enkel omdat zijn vrouw heeft gedreigd anders de Playboy de deur uit doen, en dat soort mannen geloven enkel en heilig in Sinterklaas, en niet in de Kerstman.

Want diep van binnen gloeit jaloezie voor die gezelligerd. De Kerstman staat voor alles wat hij niet is of mag zijn. Onze Finse legende is gezellig, houd van drank en lekker eten, hij straft niet en vliegt door de lucht met een arrenslee. De Kerstman wordt in de hele wereld door zowel kinderen als volwassenen, aanbeden en bezocht! De magie is daar nog lang niet uit.

De Sint is een chagrijnig onethisch scharminkel vergeleken bij deze vent.
Klaas laat zijn pieten het zware werk doen, zijn verblijfplaats is volkomen onduidelijk, onbekend en onbezoekbaar buiten Sinterklaastijd, hij rijdt op een schimmel (kom op…) en vanaf 6 jaar worden kinderen bruut wakker geschud uit deze marsepeinen fantasiewereld. Want volgens Hollandse nuchterheid is het dan tijd om volwassen te worden, geloven is “not-done”. Wake up and smell the coffee. En zo creëer je monsters. Monsters zeg ik je!

Terwijl buiten vrolijk Duitse en Amerikaanse kinderen van 0-80 jaar door de straten huppelen, zit een enkele staats gevaarlijke gefrustreerde ex-Sint gelover op kantoor, wanhopig trachtend zijn eigen illusie in stand te houden; die van stoere man. Maar net als bij de Sint kan deze illusie alleen in stand gehouden worden door het geloof van de buitenwereld… en laten we dat er nou net uitgeramd hebben.

Als u me even wilt excuseren, ik moet nog een kerstboom opzetten…

Vertel mij wie ik ben… (it’s all about me, me, me)

Vertel mij wie ik ben… (it’s all about me, me, me)

Voor degenen die hem gemist hebben op life and cooking.nl mijn introductieblog:

Of ik even een stukje wilde schrijven over mijzelf. Er is niks moeilijkers dan iets over jezelf schrijven. Want wie ben ik? Dat vraag ik mij ook regelmatig af, dus de beste manier om daar achter te komen was om het de mensen om mij heen te vragen.

Mijn moeder keek mij verliefd aan; je bent nog altijd mijn baby, mijn appeltje, mijn lieve paphoofd. Terwijl mijn moeder de fotoalbums uit de kast trok, en mijn babysokjes knuffelde, rende ik vlug naar mijn beste vriendin. Er moet toch iemand iets zinnigs te melden hebben?

Nadat ze diep had nagedacht, kreeg ik midden in de nacht een lange e-mail:
“Je bent optimistisch, enthousiast, ruimdenkend, heel zorgzaam, reislustig, nieuwsgierig, lief en uiterst briljant omdat een van je favoriete gerechten spaghetti met knakworstjes is, omdat je af en toe letterlijk stuitert van enthousiasme, je een ‘geweldig’ rekenkundig vermogen hebt :), niemand anders mij ooit zou opvrolijken tijdens een busreis door wijngums op mijn en haar gezicht te plakken, je in alle onschuld en zonder te blozen een rugbyspeler z’n t-shirt heb ontfutseld, je de meest geweldige chocolade taart kan maken, je èn goede serieuze gesprekken kan hebben èn dolle en dwaze.”

Na deze lofzang had ik gewoon moeten stoppen en niemand anders meer iets moeten vragen. Echter het mailtje “vertel mij wie ik ben” was toen al verzonden en het commentaar stroomde binnen, volgens mijn vriend was ik “volkomen geschift in het donker, alsof je uit een gesticht komt”, moest mijn bril van toen ik 13 was echt de deur uit, kookte ik niet op gevoel maar altijd met recept en de keer dat ik op gevoel kookte verdwenen er 4 eetlepels Sambal in het gerecht. Ik luister altijd iedereen af, drink veel te veel water en te weinig wijn.

Volgens mijn collega’s had ik teveel fantasie, exotische hobbies, een gewaagde kledingkeuze voor op de werkvloer (ik zeg megacoole sportschoenen met een hak van 10 centimeter), hou ik van hobbies maar niet van karten, kitesurfen en zwemmen. Maar wel weer van drijven…
Woorden als “pitspoezen” en “geval” hoorden niet op het werk geGoogled te worden en ik bakte te weinig taarten voor ze, ik was wispelturig, ziekelijk nieuwsgierig en ondanks mijn kledingkeuze had ik te weinig mini-rokken aan…

Na 20 mailtjes te hebben doorgespit keek ik enigszins gegeneerd in de spiegel. Was ik echt zo… raar?
Gelukkig bracht één mailtje orde in de verwarring, “met jou is het altijd lachen!”. Pfoei!

Oase-prikje…

Oase-prikje…

Naast mij gaan een zestal vrouwen helemaal los met dennentakken in verschillende kleuren. Ik staar naar de groene oase en moet de neiging bedwingen om eerst mijn vingers erin te drukken en daarna gillend weg te rennen. Deze workshop “kerststukjes maken” heeft mij ineens toch een te groot huisvrouwen gehalte.
Een gebrek aan totale creativiteit maakt zich van mij meester. Faalangst.

In totale paniek (de rest heeft zijn oase al bijna volgestoken met dennentakjes) steek ik gauw 3 grote takken in de oase. De leidster van de avond kijkt me een beetje verschrikt aan, “zijn die takjes niet wat groot denk je?”, ik voel me net weer 8 jaar oud tijdens de handenarbeidles. Ik heb nog nooit een kerststukje gemaakt, weet ik veel of de takjes te groot zijn! Naast mij beklaagt een van de joggingbroekken zich “Zo, kan ik niet werken. Thuis leg ik alle accessoires op de tafel en doe ik het vanuit mijn ge-he-voel”… Oh lord, het lijkt erop dat ik mij heb aangemeld voor de gevorderdencursus.

Als de versieringen arriveren, krijgen sommige diehard kerststukjes maaksters (thuis doe ik elk jaar een ander thema) spontaan een orgasme “oooh matte kerstballetjes, Aaaah!”. Ik sta volkomen wanhopig voor de accessoire tafel: wil ik matte of glanzende balletjes, appeltjes of sterretjes, wil ik mos en in welke kleur, en waar komen de waxinelichtjes in mijn kunstwerk?

Tijd voor een noodkreet richting de buitenwereld, ik sms beste vriendin W. die weet altijd raad: S.O.S. I suck big time in kerststukjes maken. Wijze woorden van W. doen licht glooien aan de horizon: gewoon fijn veel glitter er over heen strooien, zie je niks meer van.
Vol goede moed vraag ik om glitter. Een aantal huisvrouwen om mij heen happen verontwaardigt naar adem. Valse blikken gaan richting mijn stukje. “Glitter is zó 2003”…

Naast mij ontstaan keurig, beheerste en doordachte kerststukjes. Mijn stukje ziet eruit als een ongewied glitterloos tuintje waar zelfs David de Kabouter niet in zou willen wonen

Verzetten heeft geen zin meer. Ik ben een Van Dee. Wij houden van chaos en wanorde.
To hell met nette kerststukjes! De slobbertrui naast mij trok wat pips om de neus weg toen ik haar dennentakjes in mijn stukje stak, maar hé ik deed het nou eenmaal vanuit mijn ge-voe-hoel…