Category Archives: Me

Twee Bakjes Haring

Twee Bakjes Haring

Ik ga liggen op de mat en sluit mijn ogen. Mijn ademhaling wordt dieper en ik probeer te ontspannen. ‘Ontspan,’ zeg ik tegen mijzelf, ‘ontspan.’ Ik heb een haat-liefdeverhouding met de eindontspanning van yoga. Ik wil het zo graag maar tegelijk voelt het als verspilde tijd, een beetje liggen niksen op dat matje…

Oh nee. Dat was de voice-over van mijn leven weer, die slaat altijd op de vreemdste momenten aan. Ik probeer hem te sussen met wat ‘mantra’s’ zoals: ‘Het is maar een gedachte, observeer en laat het gaan. Concentreer je op iets anders. Op je ademhaling. Adem in. Adem uit. Adem i…’ In gedachten verschijnt ook nog eens mijn collega Miranda. ‘Don’t mind me,’ zegt ze. En ze lacht eens lief.

Vooruit, Miranda mag blijven. Zij is een echte yogi. En dús goed voor mijn ontspanning beslis ik. Maar eh… moest ik niet aan niets denken? Sorry Miranda, *hup* mijn hoofd uit!

Ik focus opnieuw op mijn ademhaling. Adem in. Adem uit. Adem in. Adem ui… Zou ik dit ook een keer in een plog op kunnen nemen? Ik bedoel zou het héél gek zijn als ik nu even gauw een selfie neem, waarop ik doe alsof ik er waanzinnig ontspannen bij lig? Maar dan moet ik nu wel even mijn medecursisten misschien waarschu… AH! Zwijg daarboven! FOCUS. Op de muziek dan maar, als de ademhaling niet werkt.

Dit is mooie muziek. Fijn Hindoestaans gewauwel dat ik niet versta. Geen touw aan vast te knopen. Voer mij weg van de hectiek in mijn hoofd op deze rustgevende tonen, heerl…

‘Haring…’

Oh nee. Zeg dat het niet waar is. Zit er een ‘Mama Appelsap’ in dit liedje?! Vastberaden zingt de dame verder: ‘Shaaaanti, shaaanti… Twee bakjes haring.’ Krampachtig leg ik mijn handen op mijn gezicht, maar het is al te laat. Mijn mondhoeken krullen omhoog en gegiechel stijgt uit mijn binnenste op. Ik probeer mij te herpakken. Niet lachen, niet lachen, niet lachen.

‘Twee bakjes haring,’ klinkt het en dan heel vastberaden: ‘Cúrry met haring, curry met haring.’ Ik ben verloren, ik geef het op. De poorten van het Nirwana blijven wederom voor mij gesloten. Maar mijn ogen niet. Die zijn wagenwijd open en staren verbijsterd naar het plafond. Er is net een kwartje vallen. Keihard. Want wat als mijn Nirwana niet uit stilte bestaat, maar juist uit woorden?

Tegen alle yogaregels in spring ik overeind en sprint sputterend het lokaal uit. Ik heb mijn inspiratie al op veel vreemde plekken gezocht maar het lag weer eens op de meest onwaarschijnlijke. In twee bakjes Hindoestaanse haring op een yogamat.

Slow Down!

Slow Down!

Gestrekt lig ik in de hal. Met mijn voorhoofd op de koude marmeren vloer adem ik diep in en uit. Ik MOET rustig worden.
Terwijl ik gehaast mijn jas aantrok, de badkamer inrende om mijn tanden te poetsen, de krant las, de kat ontweek, checkte of ik nog sms’jes had en mijn haar fatsoeneerde, bleef ik met mijn voet hangen in het hengsel van mijn handtas en daar ging ik. Bridget Jones zou voor me hebben geapplaudisseerd.

Ik wil altijd te veel tegelijk. Het liefst op de momenten dat juist de tijd het niet meer toelaat. Maar ook als ik op een vrije ochtend met mijn koffie in bed zit, kan ik niet achterover zakken om schaamteloos te genieten van As the World Turns.
Lekker niks doen komt niet voor in mijn leventje. Met een oog op de tv, en koffie in de hand, doe ik met de andere mascara op, terwijl ik diep nadenk over de volgorde waarop ik mijn dag ga indelen. Multitasken heb ik tot een kunst verheven.

Luieren is voor mietjes! Ergens in mijn achterhoofd is een stemmetje het volkomen met mij eens. Ik ben geen mietje, met mijn volle agenda, mijn piepende telefoon en de drukte op het werk. Ik leef!

Maar daar op de koude marmeren vloer van mijn huis kwam de omslag: dit.niet.meer. Ik ben wél een mietje. Ik moet niet rustiger worden, ik wíl het. Dit stemmetje moet KO.

Weg met het volproppen van mijn leven met afspraken die niet haalbaar zijn, weg met rennen en vliegen om overal op tijd te zijn, weg met “moeten”, weg met mensen die een acute hartaanval krijgen als het niet gaat zoals ze het willen, weg met alle energievreters, de zeurders, de schuldgevoelaanpraters. Weg met de agendafunctie in je telefoon, de BlackBerry en “altijd en overal bereikbaar”.

Dan maar iets te laat, met een mascara die goed zit. Dan maar een trein later, zonder bijna mijn been te breken, dan maar niet doen wat een ander wil als ik daar beter van slaap, überhaupt niet meer doen wat anderen willen.
Dan maar niet aardig gevonden worden, dan maar geen “perfect” maar een “goed”.
Ik leef voor mijzelf, ik doe wat ík wil, en ik leg alleen verantwoording af aan mijzelf.

Of ik straks nou aan de hemelpoort sta, mag reïncarneren of terug ga naar aarde om daar in iemands huis rond te spoken, ik wil graag een mooi verhaal te vertellen hebben. Ik wil niet met mijn mond vol tanden staan of, nog erger, euforisch uitweidden over de deadlines die ik heb gehaald… Ik wil vertellen over luie zondagochtenden, over dagen gevuld met de dingen die ik leuk vond… En als er niks is na dit leven?

Dan was dat van mij verdomd eenmalig mooi!

Stomende seks hoedje

Stomende seks hoedje

Bij gebrek aan hippe zonnebril tijdens een zonovergoten lunchpauze, besloot mijn collega mij te “versieren” met een prachtig, ouderwets, zelf gevouwen hoedje. Mét klep.
Na een korte speurtocht op internet, was het droomhoedje in een mum van tijd gevouwen. Wat een beetje speeksel, krant en handige collega al niet kunnen klaarspelen.

Vol trots werd het hoedje op mijn hoofd gezet.
Afgezien van dat ik het, door aanwezig lentebriesje, moest vasthouden, werd er met succes een foto gemaakt van dit onvergetelijke knutselwerk.
Én – zo bleek achteraf – naar de afdeling gemaild, waar het nog vele jaren bleef opduiken tijdens jubilea, verjaardagen en allerlei andere lollige gelegenheden.

Het simpele kranten hoedje kreeg algauw een sterrenstatus toen na bestudering bleek dat Mr. Daniel Craig himself ons vanaf de binnenkant toelachte, dat frivole blote vrouwenbenen op de klep ons de ogen uitstaken en achterop de legendarische woorden stonden: “stomende seks met je grootmoeder”.

Algauw bleek dat het “stomende seks hoedje” een louterende werking had op vrouwelijke collega’s zonder seks, zelfvertrouwen of enige happiness in de vorm van een man of chocola.
Met Mr. Bond, James Bond op je hoofd, voelde het leven toch een stuk spannender, sexier en mooier. 10 minuten dragen bleek heilzaam voor lichaam en geest. En niet te vergeten was het een garantie voor de slappe lach als je tegen een sippe collega opperde dat zij best het stomende seks hoedje even mocht lenen.

Na één legendarische dag van trouwe dienst, prijkte het hoedje op mijn bureau op de hals van een Jip&Janneke bubbelsap fles. Bij een vlaag van gebrek aan inner sexyness zette ik het stomende seks hoedje op en luisterde naar Daniel Craig’s zwoele gefluister. Mijn inner goddess is weer helemaal “shaken, not stirred…”

De maffia

De maffia

Ik heb de maffia achter mij aan, en ze maken er geen geheim van dat ze er zijn. Ik weet niet wat ze willen en ik weet niet waarom. Maar ze zijn er.

Het begon allemaal toen ik vrijdagmiddag op de achterbank van de auto van mijn moeder zat en oogcontact maakte met een nogal duister, glad figuur in een dito auto. Hij liet zijn raam zakken en draaide – om zijn dreigende blik kracht bij te zetten – de muziek van The Godfather nog wat harder…
Gelukkig reed mijn moeder gauw weg bij het verkeerslicht anders had hij mij vast proberen te raken met een of andere geluiddempende shotgun.

Een dag ging voorbij en de maffia liet niks van zich horen. Misschien was het toeval geweest? Misschien dacht ik maar dat hij naar mij had gekeken, en had hij het eigenlijk op mijn zusje gemunt… (Dat zou echt een opluchting zijn, want zij is stewardess en heeft een snel vliegtuig om mee te vluchten)

Totdat…
Ik zat op de bank bij mijn ouders en keek vanuit het raam naar een Jack Russel die zich in de voortuin vermaakte. Plots keek de eigenaar mij aan, zette een donkere blik op en liep, The Godfather melodie fluitend, langzaam weg…
Ik verwachtte bommen en granaten want de maffia is toch wel meer van de indrukwekkende moordpartijen. Pas toen ik zeker wist dat hij weg was kwam ik de badkamer uitgeslopen…Trillend als een spaghettisliertje…

Wat ik ze misdaan heb weet ik niet, maar dit is zeker: de maffia vindt het maar niks als ik op een bank zit en uit het raam kijk…

Zielig

Zielig

Met samengeknepen ogen van concentratie kijk ik naar de pen die voor mij op de tafel ligt. Met mijn opgestoken rechterhand tracht ik de pen met mijn gedachten zover te krijgen dat hij uit zichzelf naar mij toe rolt. Maar er gebeurt niks. Shit.

Ik ben van de fiets gevallen op mijn hoofd en terwijl ik met een ijszak op mijn brein op de bank zit, schiet mij ineens de meest briljante gedachte ooit binnen. Wat als ik nu een superheld ben? Ik bedoel afgezien van Superman, worden de meeste superhelden niet zo geboren. Ze worden super, door een superongeluk. En dat van mij was op zijn minst mini-super te noemen.

Hoe vet zou het zijn als ik superpowers had! Maar ja, hoe kom je daar achter?
Tijd om dit te onderzoeken! Een ding was al duidelijk: Telepathie zat er dus niet in.

En dat ik niet magnetisch was geworden was ik ook al snel achter. Misschien kon ik dan het weer bepalen? Vlug, het balkon op! Maar na 5 minuten tevergeefs “schijn zon! SCHIJN!” te hebben geroepen voorzien van, in mijn (rollende) ogen, zeer magische bewegingen met mijn armen, gebeurde er niks. Dat was het dus ook niet.

Misschien kon ik van gedaante veranderen of werd ik een groen boos monster als ik kwaad werd?
Na stampvoetend voor mijn vriend te hebben gestaan, (je bent toch altijd een groen, boos monster als je kwaad bent?), gaf ik het bijna op.

In een laatste poging kies ik twee getallen uit en probeer deze razendsnel op te tellen, misschien was ik dan van mijn dyscalculie af? Ben ik nu ineens hyperintelligent?
Maar na met veel moeite 91 plus 23 te hebben opgeteld en uit frustratie een rekenmachine te hebben gepakt (nog geprobeerd om hem met mijn brein aan te zetten, maar nee). Geef ik het op. No superpowers for me.

Heb ik dan niks bijzonders overgehouden aan mijn val? Was al die angst en pijn dan voor niets?! Was het dan gewoon pure dommigheid? Terwijl ik mijzelf teleurgesteld en dramatisch op bed werp komt mijn vriend de kamer op met thee, chocola en een dekentje.

Aha! Ik heb dus toch iets overgehouden aan deze val: ik ben zielig.

Poets met mate

Poets met mate

Verschrikt kijkt mijn vriend mij aan. “Wat ga je doen?!”. Het is zaterdagochtend, half elf, een tijdstip waarop ik normaliter nog in mijn bed lig maar vandaag sleep ik met een emmer sop en spons door het huis. Terwijl ik alles begin op te tillen wat om hem heen staat bekruipt hem een gevoel van paniek: dit heeft zij nog niet eerder gedaan.
Bezorgt vraagt hij of het wel goed gaat. Trust me, never been better.

Sinds kort heb ik het heft in eigen handen genomen en zijn er een aantal drastische veranderingen geweest. Mijn sloffen staan ineens doelloos naast het bed, ik bewandel mijn pad tegenwoordig op blote voeten. En dat is niet het enige, na 3 dagen tilde mijn vriend nog eens de dekens op, opzoek naar de schijnbaar afwezige pyjama “maar…maar…is dit je nieuwe ik?”. Na wat instemmend geknor van mijn kant, hoorde ik hem heel diep zuchten en zich tevreden tegen mij aan vleien tussen de kraakheldere lakens. En dan komen we uit bij puntje 3. Kraakhelder is mijn nieuwe motto.

Alles. Moet. Schoon. Het was een tip van een collega die mij tot poetswaanzin dreef, toen ik het even niet meer zag zitten. Niet lekker in je vel? Doe aardse dingen! Poets die pot, dweil die vloer, verschoon dat bed, lap je ramen en stof tot de Ajax Eucalyptus Alles Reiniger uit je poriën komt.

Wie had ooit gedacht dat het zover zou komen? Ik in elk geval niet en ik denk dat mijn vriend inmiddels de hoop ook al had opgegeven. Ik was mevrouw-poets-niet, een beetje té geëmancipeerd… Met als gevolg dat mijn zelfrespect stukje bij beetje afbrokkelde, want wie wel bedenkt dat er gepoetst moet worden maar steeds faalt in de uitvoering ervan, bouwt een enorm schuldgevoel op als de ander weer de planten staat af te stoffen… Het werd tijd om het ruime sop te kiezen!

Nadat ik mijn wekelijkse zondagse dweilbeurt had gedaan en in kleermakerszit vanaf de bank de glimmende natte houten vloer bewonderde, in afwachting dat hij droog werd. Ging ik poetsend met mijn hoofd (nee, niet poetsend mét mijn hoofd) zo’n beetje in de toiletpot hangend, tevreden liedjes neuriën.
Na luttele minuten te hebben gepoetst en geneuried, viel ik stil.
Ik neuriede wat verder en kwam toen met een ruk omhoog. What the F? Sinds wanneer is “er is een kindekke geboren geboren in ’t stro” toegevoegd aan mijn poets-neurie-repertoire?

Dus hierbij een passende waarschuwing voor alle zichzelf niet respecterende vrouwen die poetsen overwegen als een remedie: Gebruik poetsen met mate. Voor de bijwerkingen: raadpleeg bijsluiter.

Vertel mij wie ik ben… (it’s all about me, me, me)

Vertel mij wie ik ben… (it’s all about me, me, me)

Voor degenen die hem gemist hebben op life and cooking.nl mijn introductieblog:

Of ik even een stukje wilde schrijven over mijzelf. Er is niks moeilijkers dan iets over jezelf schrijven. Want wie ben ik? Dat vraag ik mij ook regelmatig af, dus de beste manier om daar achter te komen was om het de mensen om mij heen te vragen.

Mijn moeder keek mij verliefd aan; je bent nog altijd mijn baby, mijn appeltje, mijn lieve paphoofd. Terwijl mijn moeder de fotoalbums uit de kast trok, en mijn babysokjes knuffelde, rende ik vlug naar mijn beste vriendin. Er moet toch iemand iets zinnigs te melden hebben?

Nadat ze diep had nagedacht, kreeg ik midden in de nacht een lange e-mail:
“Je bent optimistisch, enthousiast, ruimdenkend, heel zorgzaam, reislustig, nieuwsgierig, lief en uiterst briljant omdat een van je favoriete gerechten spaghetti met knakworstjes is, omdat je af en toe letterlijk stuitert van enthousiasme, je een ‘geweldig’ rekenkundig vermogen hebt :), niemand anders mij ooit zou opvrolijken tijdens een busreis door wijngums op mijn en haar gezicht te plakken, je in alle onschuld en zonder te blozen een rugbyspeler z’n t-shirt heb ontfutseld, je de meest geweldige chocolade taart kan maken, je èn goede serieuze gesprekken kan hebben èn dolle en dwaze.”

Na deze lofzang had ik gewoon moeten stoppen en niemand anders meer iets moeten vragen. Echter het mailtje “vertel mij wie ik ben” was toen al verzonden en het commentaar stroomde binnen, volgens mijn vriend was ik “volkomen geschift in het donker, alsof je uit een gesticht komt”, moest mijn bril van toen ik 13 was echt de deur uit, kookte ik niet op gevoel maar altijd met recept en de keer dat ik op gevoel kookte verdwenen er 4 eetlepels Sambal in het gerecht. Ik luister altijd iedereen af, drink veel te veel water en te weinig wijn.

Volgens mijn collega’s had ik teveel fantasie, exotische hobbies, een gewaagde kledingkeuze voor op de werkvloer (ik zeg megacoole sportschoenen met een hak van 10 centimeter), hou ik van hobbies maar niet van karten, kitesurfen en zwemmen. Maar wel weer van drijven…
Woorden als “pitspoezen” en “geval” hoorden niet op het werk geGoogled te worden en ik bakte te weinig taarten voor ze, ik was wispelturig, ziekelijk nieuwsgierig en ondanks mijn kledingkeuze had ik te weinig mini-rokken aan…

Na 20 mailtjes te hebben doorgespit keek ik enigszins gegeneerd in de spiegel. Was ik echt zo… raar?
Gelukkig bracht één mailtje orde in de verwarring, “met jou is het altijd lachen!”. Pfoei!

Move! (Column voor Vodafone 17 maart 2008)

Move! (Column voor Vodafone 17 maart 2008)

Ik kreeg de opmerking dat het wel te merken was in mijn artikeltjes dat ik niet blij ben met de move naar Amsterdam. Ja, gek hè? 2 maanden nadat ik hier als Amsterdamse woonde en werkte, kwam de aankondiging.
Mijn leven was net wat rustiger geworden. Na 5,5 jaar op-en-neer reizen tussen Amsterdam en Maastricht, heb ik ervoor gekozen om mijn grote liefde voor altijd in mijn armen te sluiten en daarmee het Bourgondische leven, en Vodafone. So excuse me if i’m not amused!

Dolblij was ik, met mijn baan bij Vodafone. Maar na 2 maanden werd dit alles uit mijn handen getrokken.
Als behang wat net in je nieuwe huis hangt maar eraf komt bladderen, als de nieuwe jurk die eenmaal thuis toch boven budget blijkt, als die lieve poes die je nieuwe Glossy aan flarden krabt.
Eerste reactie? We verhuizen mee! …Of toch niet?…
En zo begon het wikken-en-wegen, de blijdschap, de onenigheden en het verdriet; 3 tissuedozen zijn ervoor nodig geweest om mijn tranen te deppen. Ik was op een middag niet eens meer in staat om te werken.
Ik heb echt gerouwd. Het weekend voor de einddatum hebben we de knoop doorgehakt: wij blijven hier.

En oh wat gaan we het leuk hebben! Veel leuker dan jullie*! Het weer is hier mooier, de mensen vriendelijker, de huizen goedkoper, en hier hebben ze verse vlaai. Jullie zitten straks aan de Multi-vlaai.
Hiervandaan zit je binnen een uur in grote steden zoals Brussel en Aken.
Vanuit Amsterdam ben je zo in wereldsteden als Abcoude, Hoorn, Purmer-end, Datsylel of het spetterende Almere.
Wij gaan lekker picknicken in de heuvels. Jullie op Zandvoort, waar je na 3 uur file en 20 euri in de parkeervreter, de zweetlucht van je buurman ruikt en zijn zonnebrand in je broodje proeft.

Mocht je ooit het Bourgondische leven gaan missen, in zeg 3 weken na je verhuizing, ik heb nog wel een logeerkamer waar je op mag. En zo niet, mag ik dan bij jou logeren als ik mijn thuis mis?

* Jullie = verwijzing naar degenen die gaan verhuizen naar A’dam e.o.

Where is the fire?

Where is the fire?

Brandweermannen, dat is echt helemaal mijn ding. Ten minste dat dacht ik.
Ik dacht dat als ik ooit een vrijgezellenfeestje zou krijgen met een stripper, alleen maar een brandweerman mij zou kunnen bekoren. Zo eentje in een afgeragde spijkerbroek, besmeurd met roetvegen en een rode helm op. Met een zwarte werkbroek met bretels op zijn topless borstkast. Zo eentje die binnenkomt en op zwoele toon vraagt “where’s the fire, baby?” of in mijn geval “ ou est le feu ma cherié?” want in het Frans mag je alles tegen me zeggen, ook al vraag je mij om een kopje suiker. Ik smelt.

Mijn vuurtje is gaan branden toen ik een jaar of 16 was en naar het zonnige Zuid-Frankrijk op vakantie ging.
In Zuid-Frankrijk zijn heel vaak bosbranden en dus ook kazernes. En daarin huizen goddelijke 19 jarige brandweermannetjes. Les sappeurspompiers heten ze daar. Onverijdelde chippendales. Er moet een vrouw de baas zijn geweest ten tijde van de sollicitatie rondes want alleen een vrouw zou Brad Pitt, Johnny Depp en Jude Law brandjes laten blussen.
Maar ik dwaal af (vind je het gek?), met enige regelmaat brak er een fluitconcert los als ik langs paradeerde, of moet ik zeggen alwéér langs paradeerde? Mijn hartje ging daar sneller van kloppen en nu nog.

De brandweerman deed het ook altijd erg goed als orfasme! Oftewel orgasme-fantasietje. Als ik lag te sexen zag ik het helemaal voor me: terwijl ik in mijn Hunkemöller kerstlingerie een omgevallen waxinelichtje uitblaas, beukt de “pompier” de deur in. Door de rook van het waxinelichtje zie ik in eerste instantie niet welke god mij komt redden. Tot hij me in zijn (met roet en zweet besmeurde) armen wegdraagt richting de centrifugerende wasmachine. De sprinkler installatie springt aan, mijn kerstlingerie wordt doorzichtig…Show me your hose, fireboy! (Vriendje van onder de dekens: huh?? zei je wat?”)

Maar sinds ik vanmorgen in de trein zat met een piloot, moet mijn brandweerman vechten om mij te mogen bekoren. Want oh man wat zag die piloot er goed uit!
Nu weet ik dat het onbeleefd is om onbekenden ongegeneerd aan te staren, maar die piloot ging bijna uitstappen. We waren bijna bij Schiphol. Dus ik staarde. Ik staarde tot er slijtage plekken op zijn pak verschenen, of op mijn ogen? Bijna Schiphol. Staar. We zaten al in de tunnel… Staar. Het licht van het perron was al zichtbaar, ik staarde uit alle macht. De trein stopte, de deuren gingen open, en weer dicht…en de piloot stond nog steeds in de trein. Wat was dit? Een wanna-be piloot? Een piloot met faalangst? Een piloot die liever van treinreizen houd? Een veredelde NS conducteur in een piloten pak?! Acuut ben ik gestopt met staren. Brandweermannen, zijn echt helemaal mijn ding.

Biker Bunny

Biker Bunny

“Een konijn op een motor!” kir ik! Ik heb een gave, een gave om mijzelf in mijn enthousiasme in de meest genante situaties te werken. Ik doe het niet express, mijn timing is gewoon totaal verkeerd. Mijn intelligentie kruipt in een donker hoekje en wacht tot het voorbij is.

Op sommige dagen gaat het goed en op andere maak ik mezelf onsterfelijk belachelijk door het vertellen van een konijnenmop…
Nou is er niets mis met een leuke konijnenmop, alleen wel als ik het tijdens een videoconference doe, en ik genoodzaakt ben de flapperende oren van een konijn op een motor na te doen. “Amai! Is dat Nederlandse humor?” klinkt het rechts van mij. En dan besef ik, de camera van de videoconference waar ik me in bevind staat al aan. De Belgische collega’s op het scherm kunnen mij al zien en nog erger… ze vinden de mop niet leuk…Tot grote lol van mijn collega’s natuurlijk (die hem b.t.w. wél leuk vonden).
En om het nóg erger te maken kregen we uitgerekend díe mensen de volgende ochtend over de vloer en werd ik doodleuk voorgesteld als “Dharma het motorkonijn”.

Bijna altijd denk ik “Ooh, hoe ben ik nu weer in deze situatie terecht gekomen? Waarom ik? Waarom nu?” Ik ben al in ontelbare situaties beland waarin ik door de grond wilde zakken.
Timing is meestal de boosdoener. Zoals toen een collega en ik gingen kijken wat ons lengteverschil nu precies was. Waarom we dat ook al weer op de werkvloer wilden doen is mij tot dusver een mysterie. Dus gingen we midden op de afdeling naast elkaar staan. Niets aan de hand zou je denken. Tot een andere collega mij erop wees dat we hakken aanhadden en er toch minstens 1 schoen per persoon uitmoest.
Daar stond ik dan, op 1 schoen en 1 sok in mijn spijkerrok (charming), met ineens out of the blue, een stuk of 20 MTRO’s erbij als extra toeschouwers en een collega van een andere afdeling die als rondleidster fungeerde; “en dit is dan de afdeling E-commerce, een hele serieuze afde…” Uh heel serieus ja… Neej joh ik doe altijd mijn werk op 1 schoen en 1 sok. Very normal…

Ook in mijn doldwaze enthousiasme gaat het vaak mis, er verschijnt een waas voor mijn ogen. Een waas waarin mijn intelligentie gewoon verdwijnt achter… tja achter die waas. Niet denken aan de consequenties gewoon doen.
In plaats dat ik dit soort gedachtes nou eens heb met het verplaatsen van al mijn meubels, of het aannemen van die nieuwe baan of gewoon zomaar 2 vliegtickets koop ergens naar toe. Beslis ik dat ik met mijn mannelijke collega door een troep meeuwen ga rennen. Zomaar uit het niets. Bij terugkomst van onze sprint (hijg hijg) keken de rest van mijn collega’s ons verbijstert aan. Vervolgens hoor ik maandagochtend in de kantine tussen de broodjes, dat dat ene meisje van E-commerce een relatie schijnt te hebben met die vent van de service afdeling… De consequenties van de waas…Maar de allerergste factor is wel domme pech. Het wc-papierincident doet mij nog steeds van schaamte wegkruipen onder de dekens.
Gezamenlijk met collega S. was ik naar de wc gegaan, zoals wij vrouwen altijd doen. Het lijkt wel alsof we overal en altijd bang zijn dat ons iets overkomt tijdens het naar de wc gaan, een overval of kidnapping. En dan kun je maar beter met z’n tweeën zijn. Maar dat even ter zijde. We hadden haast want we wilden daarna door naar de kantine, honger! Dus ik zit, plas, veeg af, trek broek op en sta weer buiten. Collega S verschijnt, zij wast haar handen, en brult uit het niets “wat heb jij nou aan je broek hangen??”. Tot mijn allergrootste schande en schaamte, hangt daar een enorme sliert wc papier. Net díe sliert die ik gebruikt had om mij af te vegen.
In mijn schaamte stamelde ik wat over haast en stomme broek, ruk dat papier weg, lach heel hard en overdreven (dat rode in mijn gezicht is van het lachen hoor) en verbied mijn lieftallige collega dit ooit aan iemand te vertellen…

Het is mij duidelijk: Het onsterfelijk belachelijk maken van mezelf heb ik inmiddels verheven tot een sport… Wc-rol onder de arm en op 1 sok. Zo ga ik tegenwoordig door het leven. En weet je wat? Het kan me echt niets meer schelen, lach maar om mij als je daar vrolijk van word! Op naar de finish-line, ik hoop op veel toeschouwers…